De mythe ontkracht: borstvoeding en vitamine K

“Baby’s die borstvoeding krijgen hebben een groter risico op het ontwikkelen van een vitamine K-tekort, omdat de hoeveelheid vitamine K in borstvoeding onvoldoende is. Bij borstvoeding is het van belang vanaf de 8e dag na de geboorte tot aan dat je baby 13 weken oud is, dagelijks 150 microgram vitamine K te geven.” Bron: www.ggdhvb.nl

Borstvoeding bevat de fysiologisch noodzakelijke hoeveelheid vitamine K

10-20 op de 100.000 kinderen hebben een vitamine K deficiëntie, en die kinderen hebben dringend suppletie van vitamine K nodig. Omdat we niet weten wie die 10-20 kinderen zijn, is er in 1991 voor gekozen om alle kinderen profylactisch (uit voorzorg) vitamine K suppletie te geven. Dus voor de veiligheid van die 10-20 kinderen, krijgen alle 100.000 kinderen standaard vitamine K suppletie. Borstvoeding bevat de fysiologisch noodzakelijke hoeveelheid vitamine K. Bovenstaande: “Baby’s die borstvoeding krijgen hebben een groter risico op het ontwikkelen van een vitamine K-tekort, omdat de hoeveelheid vitamine K in borstvoeding onvoldoende is.” klopt niet. Aan volledige zuigelingenvoeding is vitamine K toegevoegd, omdat het daar ook niet standaard in zit.

Vitamine K-profylaxe bij pasgeborenen

Vitamine K zorgt voor een goede bloedstolling. Een tekort kan bij pasgeboren baby’s bloedingen veroorzaken. Deze bloedingen kunnen ernstig zijn, vooral als ze in de hersenen ontstaan. Om een tekort te voorkomen, krijgen baby’s direct na de geboorte vitamine K-druppels toegediend. Kinderen die kunstvoeding krijgen, zijn hiermee genoeg beschermd, aangezien de vitamine K is toegevoegd aan de voeding. Voor borstgevoede zuigelingen is deze dosering genoeg voor een week. Hun ouders wordt daarom geadviseerd om hen daarna drie maanden lang elke dag vitamine K-druppels te geven.

De bloedstollingsziekte van de pasgeborene werd al in 1894 beschreven als een aandoening van de jonge zuigeling die door een tekort aan vitamine K een spontane bloeding krijgt. Momenteel worden een klassieke vorm (bloeding op de leeftijd van 2 tot 7 dagen) en een late vorm (bloeding na de 1e levensweek) onderscheiden. Deze late bloedingen zijn vaak ernstiger (bij 50 gaat het om intracraniële bloedingen) en treden vrijwel uitsluitend op bij baby’s die borstvoeding krijgen tussen 1 en 3 maanden. Bij baby’s die kunstvoeding krijgen ontstaat slechts bij uitzondering een vitamine K-tekort, doordat kunstmatige zuigelingenvoeding ruim wordt gesuppleerd met vitamine K.

Men spreekt van idiopathische bloedingen als er geen oorzaak voor de vitamine K-deficiëntie gevonden wordt en van secundaire bloedingen als wel een oorzaak voor het tekort aanwijsbaar is. De bloeding is dan het gevolg van een stoornis, zoals chronische diarree, coeliakie, cystische fibrose, galgang-atresie of leverfunctiestoornissen. Indien een van deze aandoeningen bestaat, moet dan ook extra vitamine K gegeven worden.
De mythe “borstvoeding bevat te weinig vitamine K” is hiermee ontkracht.

Collega Gonneke van Veldhuizen publiceerde vandaag al een reactie op dit blog. Lees het vooral voor aanvullende tips.


Bronnen:
https://www.ntvg.nl/artikelen/prevalentie-van-bloedingen-door-vitamine-k-tekort-nederland-1992-1994/volledig


https://hematologienederland.nl/wp-content/uploads/2020/04/KSS-Vitamine-K-deficientie.pdf

Disclaimer: ik ben voorstander van vitamine K suppletie aan pasgeborenen. Wat ik wil ontkrachten is: dat borstvoeding onvoldoende vitamine K bevat.